Ga naar de inhoud

Als Volmacht krijgen we vaak vragen over ongediertebestrijding. De meest gestelde vragen komen neer op:
Wat doet De Volmacht voor ons en waar moet ik als huurder zelf voor zorgen?

Als u lid bent van ons fonds
“kleine herstellingen” 
helpt
De Volmacht u bij de bestrijding van:
- Kakkerlakken
- Faraomieren
- Boktorren
- Houtwormen
- Wespen/bijen (indien deze
zich in of aan de woning bevinden)
Voor de bestrijding hiervan belt u op werkdagen tussen 08.00 en 10.00 uur met onze storingstelefoon
0592- 263155.

Bent u geen lid van dat fonds, dan moet u voor de bestrijding een professioneel bedrijf inschakelen. 

Als huurder moet u altijd zelf zorgen voor de bestrijding van:
muizen, ratten, mieren, muggen/vliegen, spinnen, vlooien, zilvervisjes, luizen, bedwantsen en overige voorkomende soorten ongedierte. U kunt hiervoor zelf oplossingen voor bedenken of een professioneel bedrijf inschakelen. De Volmacht vergoedt deze kosten dus niet.

 

Beschermde diersoorten
Het is ook handig om te weten dat er diersoorten zijn die NIET bestreden mogen worden! Deze vallen volgens de “Wet Natuurbescherming”
onder de categorie: beschermde diersoorten. Hierbij moet u denken aan; steenmarters, huismussen,
de gierzwaluw en vleermuizen.
Steenmarters mogen niet bestreden worden, ook niet als ze overlast veroorzaken of dingen stuk
maken. De Volmacht kan hierin dus ook niets voor u doen. U mag steenmarters wel op een diervriendelijke
manier verjagen, hiervoor bent u zelf
verantwoordelijk.

Zodra de steenmarter niet meer in
de woning zit, kunt u De Volmacht
vragen om eventuele schade
te herstellen of gaten dicht
te maken.

TIPS
• Dicht kieren en naden, scherm luchtgaten die groter als u duim zijn af met gaas en plaats horren voor deuren en ramen.
• Check wat het ongedierte aantrekt en verwijder
de oorzaak zoals een voedselbron of nestplaats.
• Ruim rommel in en rondom je huis op.
Opgestapelde spullen vormen de ideale leefomgeving
voor muizen en ratten.
• Last van zilvervisjes: Verlaag de luchtvochtigheid
(<50%) en de temperatuur (<18 graden) in
de ruimtes waar zilvervisjes zich bevinden.